Koningstekst


(ingezonden en niet-geplaatste brief De Volkskrant en NRC Handelsblad)

Over smaak valt te twisten, over professionaliteit niet.
Dat er aan de muziek van het ‘Koningslied’ een plagiaatluchtje hangt, en dat buiten het omstreden refrein muzikaal niet veel te genieten valt, daar lig ik niet echt wakker van.
Maar wel van het feit dat het inhuldigingscomité niet de moeite heeft genomen om een paar goede tekstschrijvers aan het werk te zetten. Inderdaad, ik heb het over werk en niet over een liefdewerkoud-papierklusje. Voor het componeren, arrangeren en opnemen van het nummer werd een stevig bedrag neergeteld. De tekst werd aangeleverd door 3300 landgenoten. Wat krijg je als je 3300 onervaren leidingtrekkers de koninklijke wc’s laat aanleggen? Stront aan de knikker.
Tekstschrijven is een vak dat niet als zodanig wordt erkend. Iedereen kan schrijven of beter gezegd, denkt het te kunnen. In de communicatiebranche bezuinigen opdrachtgevers het eerst op de tekst. Ze doen het zelf of kennen nog wel een familielid dat onweerstaanbaar grappige sinterklaasgedichten schrijft. Bovendien wordt de markt bevolkt door gesjeesde neerlandistiekstudenten en voor de pret bijklussende vutters. Met het gevolg dat veel professionele tekstschrijvers nu opdrachten voor 20 euro per uur aannemen om het hoofd boven water te houden.
Ik zet de tuindeuren open en hoor een koningslied. De winterkoning bestijgt zijn troon. Leve de koning!