Vandaag
stond de oud-Raad van Toezicht van Woningbouwvereniging Beter Wonen Wieringen opnieuw in de rechtbank van Alkmaar tegenover Beter Wonen. De oud-RvT heeft nog steeds een
flinke post aan niet-vergoede kosten openstaan, voortvloeiend uit een jarenlang
geschil dat uiteindelijk door de oud-RvT is gewonnen.
Hierbij
de verklaring die ik namens 4 oud-RvT-leden mocht afleggen.
******************************************************
Wieringen,
10 oktober 2018
Verklaring oud-leden RvT van Beter
Wonen, Wieringen
Toen wij
als Raad van Toezicht in 2009 in conflict kwamen met het bestuur van
woningbouwvereniging Beter Wonen, wisten we niet in welke neerwaartse achtbaan
wij terechtkwamen. Terwijl wij in onze aanpak van de problemen bij Beter Wonen
volop gesteund werden door het verantwoordelijke ministerie, het Centraal Fonds
Volkshuisvesting en de accountant van Beter Wonen, begon het bestuur van Beter
Wonen een kort geding tegen ons.
Na het besluit
van de voorzieningenrechter in februari 2010, waarin wij als Raad van Toezicht
grotendeels in het ongelijk werd gesteld, kwamen wij volledig alleen te staan.
Ook de Algemene Ledenvergadering, georkestreerd door het ons vijandige bestuur,
keerde zich tegen ons. Wij konden onze toezichthoudende taak niet meer naar
behoren uitoefenen en traden af.
Onze
enige grote fout was dat, alvorens de eer aan onszelf te houden en af te treden,
wij niet tegen deze voorziening in beroep zijn gegaan. Niet alleen was de
voorzieningenrechter bij nader inzien buiten het ding getreden, hij was
ook nog eens op het verkeerde been gezet omdat het bestuur had geknoeid met
notulen. De Algemene Ledenvergadering had in het geheel niet om mediation verzocht.
Het strekte ons in onze visie dat wij te maken hadden met een frauderend
bestuur (uiteraard hebben wij bewijzen van deze fraude, en ook van zeker nog
één ander geval).
Na ons
aftreden in maart 2010 wilden wij alles netjes afhandelen met Beter Wonen en met
name onze kosten en vergoedingen declareren. Zowel een minderheid van het
bestuur van Beter Wonen als het ministerie was van mening dat wij volledig
gecompenseerd dienden te worden. De meerderheid van het bestuur van Beter Wonen
bleef echter op ramkoers met de oud-raad van toezicht en hield deze schadeloosstelling
tegen. Het heeft ons jaren gekost om, voor eigen risico, deze schadeloosstelling
juridisch af te dwingen. Met succes, in 2014 stelde het Hof in Amsterdam ons in
het gelijk.
Een
unieke zaak in Nederland. Eindelijk was er een raad van toezicht die ingreep
bij een woningcorporatie. En met een unieke uitkomst: eindelijk werd de
onafhankelijke positie van toezichthouders door een rechter met zoveel woorden
erkend. De uitspraak stelde ons maar deels tevreden. Ook met deze rechtszaken
in eerste en tweede termijn waren weer hoge kosten gemoeid die wij als voormalig
orgaan van Beter Wonen zelf hadden gedragen: reden waarom wij nu weer in deze zaal
staan.
In de
achterliggende negen jaar en tot op heden zijn wij als oud-RvT stelselmatig
vijandig en rancuneus benaderd door Beter Wonen. Door dezelfde frauderende
bestuursleden maar ook door onze opvolgers, toezichthouders die er deels niet
rechtmatig zaten en bovendien duidelijk banden hadden met hetzelfde bestuur en
hun partij kozen. Schoon schip maken was en blijft moeilijk bij Beter Wonen.
Ook bij de huidige samenstelling van bestuur en toezichthouders zijn kritische
kanttekeningen te maken. En dat een duur en kritisch rapport over een deel van
het frauderende bestuur tot op heden niet openbaar is en de leden daar geen
kennis van hebben kunnen nemen, spreekt ook boekdelen. Maar gelukkig is dat alles
ons pakkie-an niet meer.
Dit
geschil is dat wel. Excuses maken aan en schoon schip maken met de oud-RvT
blijft onmogelijk voor Beter Wonen. Liever procederen op kosten van huurders dan
erkennen dat ons als oud-RvT eigenlijk niets te verwijten valt. Wij wilden, na
in 2014 in het gelijk te zijn gesteld door het Hof in Amsterdam, met Beter
Wonen een oplossing vinden voor alle extra kosten die wij uit eigen portemonnee
hebben betaald. Zonder tussenkomst van
rechters en advocaten. Maar zie: weer werd een advocaat op ons dak gestuurd,
met als gevolg dat de kostenteller ook bij ons weer is gaan lopen. Om nog maar
niet te spreken van alle emotionele schade die dit opnieuw bij ons persoonlijk
en in privékring teweeg brengt.
Had Beter
Wonen in 2010 alles netjes afgerond, dan was de woningbouwvereniging een
veelvoud aan kosten bespaard van het bedrag dat wij hier nu vorderen. In redelijkheid gemaakte kosten vergoeden die
gemaakt moesten worden om in redelijkheid gemaakte kosten en uren in onze taak
als raad van Toezicht vergoed te krijgen, dat is het enige dat wij vroegen
en nog steeds vragen. Maar nu wel met een bescheiden vergoeding van alle uren
die wij door de jaren heen met al dit geprocedeer hebben moeten maken.
Het zou
Beter Wonen als maatschappelijke onderneming sieren als zij alsnog toezegt om
ons volledig te compenseren in plaats van te persisteren in juridische
steekspelen. En anders hopen wij dat u, meneer de rechter, dat besluit neemt.
In het belang van alle onafhankelijke toezichthouders in Nederland en van ons,
als oud-toezichthouders en klokkenluiders, in het bijzonder.
Henk van
Eerden
Francis
Scheerstra
Nils Luyt
Bart
Lankester
Oud-leden
RvT Beter Wonen 2009-2010