(16) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en de lasterfabriek draaide op volle toeren.

Voor een beetje tegenstand waren ze niet vervaard, de oud-toezichthouders bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland die nu financieel moeten bloeden. Daarin verschilden ze merkbaar van hun voorgangers, die niet durfden in te grijpen, maar ook van al die andere collega’s bij woningcorporaties die megalomane directeuren geen strobreed in de weg legden.
Langzamerhand nam de tegenwind echter toe tot orkaankracht, waarbij ‘onorthodoxe’ middelen niet werden geschuwd. Over het aanpassen van notulen (dl. 14) en het ‘verzetten’ van afspraken (dl. 12) is al geschreven. Het bestuur verschafte zichzelf zo de nodige wind in de zeilen. Het kreeg daarbij de onvoorwaardelijke steun van een stel piraten dat zich vermomd had als bestuur van de huurdersvereniging.
Zij hadden het bestuur van de woningbouwvereniging al geholpen met het onrechtmatige verzoek voor een ledenvergadering en tendentieuze berichtgeving uit vertrouwelijke bestuurscorrespondentie.
Ditmaal werd er een tandje bij gezet. Vooral de piratenhoofdman, die al kon bogen op een weinig roemruchte reputatie in de lokale gemeenschap, liet zich niet onbetuigd bij het belasteren, beschimpen en achtervolgen van de raad van toezicht. Verschillende keren werden leden van de RvT, notabene in het bijzijn van hun kinderen, uitgescholden of fysiek onheus bejegend. Ook een werkgever van een van de toezichthouders werd ‘geïnformeerd’.
De verbale knokploeg van het bestuur, noemde de advocaat deze piratenclub niet zonder reden. De piratenhoofdman wilde dat akkefietje vereffenen door een officiële klacht bij de Orde van Advocaten in te dienen. Gelukkig zag de deken er de onzin van in.
Hoogtepunt in het piratengeschut was de mail die de hoofdman in het heetst van de strijd aan de oud-toezichthouders stuurde: ‘Ik zal er persoonlijk op toezien dat jullie het gelag zullen gaan betalen. Wees daar welbewust van.’
Dat die belofte werkelijkheid werd, dat was niet alleen zijn verdienste.

(15) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en een fraudeonderzoek bleek nodig.

Dat was geen sinecure, wat er naar voren kwam uit het onderzoek naar het handelen van twee bestuurders van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland(zie deel 13). Voor de toenmalige raad van toezicht, die nu financieel moet bloeden, was het duidelijk dat een aantal zaken nader onderzocht moest worden.
Hoe zat het met de verdachte grondaankoop waarvoor de woningbouwvereniging kennelijk 250.000 euro extra moest betalen? Ook moest er helderheid komen over de opdracht aan de ‘huisarchitect’. Die had immers een fors bedrag opgestreken voor onbestemde werkzaamheden, via een ongetekende offerte op een kladpapiertje. Maar er waren meer zaken die volgens de RvT niet door de beugel konden. Zoals de verdiensten van de interimkracht, die al tien jaar ca. 70.000-80.000 euro meer verdiende dan in vast dienstverband gangbaar is. En die ook nog eens bemoeienis had met de boekhouding...
De minister en het Centraal Fonds Volkhuisvesting gaven de raad van toezicht volmondig gelijk. ‘Het betreffende onderzoek dient een forensisch karakter te krijgen,’ schreef de minister zelfs. Er werd een gerenommeerd onderzoeksbureau aangezocht om deze klus te klaren. Weer een fikse rekening die de woningbouwvereniging straks voor de kiezen zou krijgen!
Het bestuur had zo zijn eigen ideeën over de onderzoeksresultaten. Wat die ideeën precies waren, werd niet duidelijk. Ondanks herhaalde verzoeken van de RvT weigerde het bestuur officieel te reageren op  de onderzoeksresultaten.
De beste verdediging is de aanval, moet het bestuur hebben gedacht. Dus ging de derde bestuurder, die (nog) geen vuile handen had gemaakt, op eigen houtje met het onderzoeksbureau om de tafel om deze onverkwikkelijke klus snel te klaren. Wederom buiten de raad van toezicht om. Hoho, zeiden de RvT en ook het ministerie. Opnieuw moest er politieagentje worden gespeeld, al ging het hier beslist niet om kwajongensgedrag.
Dat die derde bestuurder ‘in samenspraak’ met zijn verdachte medebestuurders handelde, was een stellige indruk die velen niet ontging. 
In de maanden die volgden zou die indruk waarheid worden.

(14) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en met notulen werd vrolijk gerommeld!

Mediation. Dat was het toverwoord in het kort geding dat het bestuur van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland had aangespannen tegen de toezichthouders die nu financieel moeten bloeden. Dat leek de rechter ook wel wat, want zodoende zouden de partijen zelf naar een oplossing zoeken en hoefde hij geen knoop door te hakken. Waarom zei de rechter niet: ga eerst maar eens naar de leden, raad van toezicht.
‘Mediation, dat komt mooi uit,’ zei het bestuur, ‘want daar hebben de leden ook om gevraagd op de vergadering van vorige maand.’ Voor alle duidelijkheid, dat was de vergadering die door de raad van toezicht om gegronde redenen was afgeblazen.
‘Mooi, maar ik zie nergens in de conceptnotulen dat de leden daarom hebben gevraagd,’ zei de rechter. ‘Dat moet er nog in verwerkt worden,’ riep een bestuurslid. Terwijl zo ongeveer overal het alarm loeide – en niet alleen omdat het de eerste maandag van de maand was –  ging bij de rechter geen bel rinkelen. Hij had zich kunnen afvragen: hoe groot is de kans dat een ervaren notuliste zo ongeveer het belangrijkste besluit van een ledenvergadering over het hoofd ziet? Inderdaad, bijna nul.
Drie maanden later, op de eerstvolgende ledenvergadering, werden de definitieve notulen van die onrechtmatige vergadering geëffectueerd. Zonder dat ze ter inzage hadden gelegen en ordentelijk ter vergadering werden besproken. Alleen, de mouw kan nog zo lang zijn, de aap komt er altijd uit.
In de ‘definitieve’ notulen staat dat de ledenvergadering een voorstel tot mediation heeft aangenomen, ingediend door lid X. Even navraag gedaan bij lid X. ‘Ik was inderdaad op die vergadering maar dat voorstel heb ik nooit gedaan. Dat zou ik echt wel geweten hebben. Er is alleen even over gesproken. Meer niet.’
Rommelen met notulen, ook dat kon er nog wel bij.

(13) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en de eerste alarmbellen gingen af!

Het is me de jaarwisseling wel, zeiden ze tegen elkaar, de toenmalige toezichthouders van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland die nu moeten bloeden. Daarmee doelden ze niet alleen op de schorsing van het bestuur en het kort geding waarmee ze als raad van toezicht door het bestuur werden overvallen. Precies in die periode kwam er ook een rapport op tafel over het handelen van twee bestuurders.
Een commissie had op verzoek van de leden onderzoek gedaan naar grondaankopen en nieuwbouwplannen. Het onderzoek besloeg een periode van circa tien jaar, ten tijde waarvan de ene bestuurder al voorzitter van het bestuur was en de andere bestuurder nog in functie was als hoofd technische dienst.
De conclusies in het rapport logen er niet om:

Onderhoud
• er is geen strategisch voorraadbeleid opgesteld, ondanks voldoende bouwstenen daarvoor;
• het interne toezicht  heeft een uitermate bescheiden invloed op het beleid en begroting;
• de begroting zit voornamelijk ‘in het hoofd’ van het hoofd technische dienst;

Nieuwbouw (ca. 60 woningen)
• over projecten is bestuurlijk weinig op schrift gesteld;
• de raad van toezicht is nauwelijks geïnformeerd over investeringen en afspraken met uitvoerders;
• er is geen afdoende risicobeheersing;
• aan de architect is ruim 1,5 ton betaald, terwijl het ontwerp nog niet is goedgekeurd door de gemeente;
• de aanneemsom komt uit boven de WSW-norm;
• opvallende prijsstijging (2, 5 ton) bij een grondaankoop via een ABC-constructie, zonder vereiste taxatie;
• draagvlak bij omwonenden ontbreekt.

De raad van toezicht schrok van al deze bevindingen, en zij niet alleen. Ook bij het ministerie van WWI en het Centraal Fonds Volkshuisvesting gingen alarmbellen af.
En dan te bedenken dat de onderzoekscommissie ook nog onder leiding stond van een goede bekende van de voorzitter van het bestuur. Die probeerde nog bepaalde conclusies af te zwakken, maar werd daarin gelukkig tegengehouden door een medecommissielid dat wèl zijn onafhankelijkheid betoonde.
Geen wonder dat het bestuur dit rapport graag voor de leden verborgen wilde houden. De raad van toezicht stak daar een stokje voor.

(12) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en wie lag er nu eigenlijk op ramkoers?

‘Zo,’ zei de rechter en hij keek de vertegenwoordigers van beide partijen eens onderzoekend aan. Op deze eerste maandag van het nieuwe jaar had hij er overduidelijk weinig zin in. En al helemaal niet in dat gelazer bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden.
De raad van toezicht kon dat gevoel van harte onderschrijven. Wat doen we hier eigenlijk? Er lag immers een afspraak met het bestuur om te praten. En daarna zouden de leden zich over de toestand moeten buigen. Maar het bestuur koos voor de rechter, een regelrechte overval bij klaarlichte dag. Ze lagen op ramkoers, zou je kunnen zeggen.
Hé, ‘ramkoers’, dat was uitgerekend wat het bestuur de toezichthouders verweet! En de rechter sloot zich daar opvallend snel bij aan, want daardoor had hij des te meer reden om partijen op te roepen tot verzoening. Een oplossing die onder rechters erg in de mode schijnt te zijn, als oplossing voor de hoge werkdruk. De rechter vergat even dat het al een half jaar hommeles was binnen de vereniging.
Wat verstaan we eigenlijk onder een ramkoers? Van Dale omschrijft het als het ‘aansturen op een confrontatie’. Goed, nog even recapituleren dan.

• De raad van toezicht kreeg geen informatie;
• De raad van toezicht mocht het pand niet meer in;
• De raad van toezicht zag correspondentie door het bestuur gelekt;
• De raad van toezicht werd met medeweten van het bestuur belasterd door het bestuur van de huurdersbelangenvereniging;
• De raad van toezicht werd overvallen door een illegale ledenvergadering, in samenspel met het HBV-bestuur.

Vervolgens deed een raad van toezicht datgene wat elke raad van toezicht zou moeten doen: zij nodigde de voorzitter van het bestuur uit voor tekst en uitleg. De voorzitter, op papier de eerst aan te spreken persoon en in de praktijk ook de eerst verantwoordelijke in woord en gebaar, gaf daar geen gehoor aan. Een schorsing werd daarmee onvermijdelijk. Een kwestie van actie en reactie.
Ergo, de ramkoers werd dus al ver voor de rechtszaak ingezet. Maar niet door de raad van toezicht.

(11) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en de goocheldoos staat open!

Het bestuur van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu moeten bloeden, lijkt een broertje dood te hebben aan goed georganiseerde ledenvergaderingen. Want op zo’n vergadering kunnen ook kritische leden aanwezig zijn, die kritische vragen kunnen stellen waardoor bestuurders in verlegenheid kunnen worden gebracht. Waarom moeilijk als het makkelijk kan?
Toen de raad van toezicht de voorzitter had geschorst, had zij tegelijkertijd een streep gehaald door de algemene ledenvergadering die achter de rug van de raad om heimelijk was uitgeschreven. Het bestuur had deze vergadering uitgeroepen ‘op verzoek van de huurdersbelangenvereniging (HBV).’ Het bestuur vergat erbij te zeggen dat dat verzoek afkomstig was van het bestuur van de HBV. En dat was hetzelfde HBV-bestuur dat al maanden in de weer was om de raad van toezicht met smaad en laster te achtervolgen, in plaats van zich in te zetten voor de vereniging.
Er zaten meer dikke adders onder het gras. Zo vermelden de statuten weliswaar dat in geval van een verzoek van 10% of meer van de stemgerechtigde leden het bestuur verplicht is tot het uitschrijven van een ledenvergadering. Maar dat betekent niet dat het bestuur van de HBV automatisch al haar leden (ca. 300) vertegenwoordigt. Bij geen enkele naar behoren functionerende vereniging heeft een bestuur immers carte blanche. Echter, ook bij de HBV opereert het bestuur bij voorkeur op eigen houtje. Wie met pek omgaat, raakt ermee besmet.
De benodigde handtekeningen voor de bewuste ledenvergadering waren nooit verzameld. Toch ging deze onrechtmatige vergadering gewoon door. De raad van toezicht liet uiteraard verstek gaan. 
Op en rond deze beruchte vergadering werd nog veel meer gegoocheld, zou later blijken toen de rechter met kluit en al in het riet verzeild raakte.

(10) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het bestuur geeft niet thuis!


Wat doe je als toezichthouder als de voorzitter van het bestuur geen informatie meer verstrekt, vertrouwelijke mails laat lekken, op allerlei manieren tegenwerkt en laat merken dat hij geen boodschap heeft aan de raad van toezicht? Je nodigt hem uit voor een gesprek, en nog eens, en nog eens.
Als hij daar geen gehoor aan geeft is er maar één oplossing, zeggen de karige statuten van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden.
Aldus ging de raad van toezicht over tot schorsing van de voorzitter. De externe toezichthouder, het CFV, was het volmondig met de  raad van toezicht eens. Of de RvT daar nu zo blij mee moest zijn, is een ander verhaal dat nog verteld zal worden. Wel deed de RvT eindelijk wat haar voorgangers ooit van plan waren maar niet aandurfden. Ingrijpen en de voorzitter, die door verschillende betrokkenen als ‘zonnekoning’ werd betiteld, op non-actief stellen.
In overleg met de overige bestuursleden werd afgesproken de nieuwe situatie na de jaarwisseling te bespreken. Als van een vredig kerstfeest nog sprake was, kwam daar snel een einde aan. Het voltallige bestuur, de twee niet-geschorste leden incluis, daagde de raad van toezicht voor de rechter.
Een onaangename surprise die niet alleen in strijd was met de kerstgedachte maar ook met de gemaakte afspraak. Er zou toch eerst overleg plaatsvinden tussen bestuur en raad van toezicht? En waarom deze kwestie niet eerst voorleggen aan de leden? Kennelijk wilde men het oordeel van de leden niet afwachten. Een vereniging ‘bij gelegenheid’ dus, waar alleen het positieve nieuws ruimhartig werd gedeeld. En waar de verenigingskas voldoende ruimte bood om juridische procedures op te starten.
 

(9) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het handjeklap gaat door!

Het bestuur van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu financieel bloeden, weet zich van de nodige externe steun verzekerd. Allereerst zijn er de oud-gemeenteraadsleden die op de algemene ledenvergadering steevast hun stem laten gelden ten gunste van het bestuur (en ten nadele van de oud-raad van toezicht, zie dl. 8).
Zij krijgen bijval van allerlei aannemers en andere toeleveranciers die door de woningbouwvereniging worden ingeschakeld. Ook zij kunnen  zomaar lid worden. Een kwestie van dienst en wederdienst, lijkt hier de regel.
Zijn trouwste bondgenoot vindt het bestuur van de woningbouwvereniging evenwel in het bestuur van de huurdersbelangenvereniging (HBV). Twee besturen op één kussen, in dit geval gaat dat wonderwel goed.
De HBV telt 300 leden, die samen een kwart vertegenwoordigen van alle huurders van de woningbouwvereniging. Net als bij de woningbouw-vereniging zelf weten de leden van de HBV niet of nauwelijks wat hun bestuur in hun naam aan activiteiten ontplooit. Dat een aantal van die activiteiten nauwelijks het daglicht kan verdragen, daar hebben ze helemaal geen benul van.
Het bestuur van de HBV vindt dat ze in alle beleidszaken van de woningbouwvereniging een stem dienen te hebben. Zonder mandaat van de 300 leden, die op hun beurt maar een kwart van de huurders vertegen-
woordigen. Waar ontlenen zij deze bijzondere machtspositie aan? Aan een omstreden contract dat zij met de woningbouwvereniging hebben gesloten. Een één-tweetje met een inkoppertje, om in voetbaltermen te spreken.
Zo kan het dus gebeuren dat ‘op advies van het bestuur van de HBV’ belangrijke besluiten zijn geblokkeerd:

• verbetering van het interne toezicht;
• een financiële oplossing voor de oud-RvT;
• een benoeming van een commissie van goede diensten.

Allemaal zinnige en redelijke zaken die iedere respectabele corporatie in deze omstandigheden zou hebben omarmd. Maar niet deze woning-
bouwvereniging. Alles wat met toezicht en externe toetsing vandoen heeft, is hier uitgebannen.

(8) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het informele netwerk bloeit!

‘Hé, is dat niet de voorzitter van de woningbouwvereniging?
‘Dat heb je goed gezien.’
‘En wie zijn die andere twee?’
‘Die zitten in de gemeenteraad. De een heeft vroeger deel uit gemaakt van het bestuur van de woningbouwvereniging. De ander heeft een adviesbureau voor bouw- en vastgoedprojecten.’
‘Wat doen die bij de oude school?’
‘Die komt binnenkort leeg te staan. Misschien dat de woningbouwvereniging daar iets mee gaat doen.’
En warempel, als de oud-toezichthouders van de kleine woningbouw-
vereniging in Noord-Holland die nu moeten bloeden, de voorzitter daarover bevragen krijgen ze als antwoord dat hij ‘informeel met de gemeenteraads-
leden heeft gesproken over lopende nieuwbouwplannen en de eventuele aankoop van de school’.
Informeel, dat is waar de oud-raad van toezicht eindelijk vanaf wilde. Zeker toen bleek wie de informele gesprekspartners waren. De een is de huisvriend van de voorzitter, van de ander wordt gezegd dat hij altijd ‘goed voor zich zichzelf zorgt’.
Is het toeval dat deze twee (inmiddels voormalige) gemeenteraadsleden een vooraanstaande rol hebben gespeeld bij de terugkeer van de huidige voorzitter? En op de algemene ledenvergadering het voortouw hebben genomen bij het afbranden van de oud-raad van toezicht? Na afloop van die vergadering zei de een triomfantelijk tegen het bestuur: ‘Heb ik dat niet even mooi voor jullie geregeld?’
Zo worden besluiten samen met het bestuur voorgekookt en hebben de leden het nakijken. Ook nu nog zitten deze heren geregeld met het bestuur in ‘informeel overleg’. Wel zo makkelijk, bij gebrek aan een raad van toezicht. Geen pottenkijkers, geen obstakels.

(7) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en de transparantie is zoek!

Op papier lijkt het allemaal prima verzorgd bij de kleine woningbouw-vereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden. Er zijn statuten, hoewel karig, er is een huishoudelijk reglement, al even summier, en er is een huurdersbelangenvereniging waar ca. een kwart van de huurders lid van is.
Het werkelijke functioneren van een woningbouwvereniging hangt echter niet af van documenten maar van mensen. Bij alle betrokkenen moet er een intentie tot samenwerking zijn.
De oud-raad van toezicht had daar duidelijke ideeën over. Daarbij gevoed door de cursussen die zij volgde om zich de kennis over toezicht houden bij corporaties eigen te maken. Allemaal mooie theorieën en vergezichten, waar in de praktijk van deze woningbouwvereniging geen snars van terecht kwam.
Van meet af aan probeerde de oud-RvT het bestuur te bewegen tot transparantie, informatievoorziening en samenwerking. Ook wilde zij de taken en bevoegdheden vastleggen in een reglement RvT, zodat beide bestuurs-organen wisten waar zij aan toe waren.
Evenals het verzoek om inzicht te krijgen in de boeken, stuitte ook dit streven op tegenstand bij het bestuur. Geen pottenkijkers, daar kwam het op neer en dat was in lijn met de opvatting van de voorzitter over het strakke corset van het interne toezicht (zie dl. 4). Wie zo tegenstribbelt, heeft wat te verbergen, zou je bijna zeggen.
Op een gegeven moment gooide het bestuur van Beter Wonen de deur letterlijk in het slot. De raad van toezicht mocht het pand niet meer in om te vergaderen, ontving geen bestuursinformatie meer en het halfjaarsoverleg werd zomaar afgezegd. Ook speelde het bestuur vertrouwelijke correspondentie door naar derden.
Voor de oud-RvT werd het steeds helderder hoe de kaarten bij deze vereniging zijn geschud. Toen bleek ook dat een klein groepje mensen al jaren alle troeven in handen heeft en bereid is die tot elke prijs te verdedigen. Met alle middelen, de verenigingskas voorop.

(6) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en miljoenen vloeiden weg!

De leden van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar de oud-toezichthouders financieel moeten bloeden, weten niet precies wat er met hun verenigingsgeld gebeurt. Niemand die hun dat uitlegt. Het bestuur niet. De raad van toezicht niet, want die is er niet. En de accountant niet, want die legt verantwoording af aan de raad van toezicht die er niet is.
De afgelopen tien jaar is er bij de woningbouwvereniging zeker 2,5 miljoen euro onnodig uitgegeven. Dat bedrag valt weliswaar in het niet bij wat er bij de grote corporatie-affaires in het geding is, maar voor deze woningbouw-vereniging is het een hele hoop geld. Omgerekend naar Vestia-begrippen gaat het opeens over 150 miljoen euro! De Tweede Kamer zou op haar achterste benen staan. En minister Spies zou meteen het bestuur en de raad van toezicht op het matje roepen.
2,5 miljoen, waar is dat allemaal heengegaan? Allereerst aan de interim-kracht die in tien jaar tijd één miljoen euro te veel heeft ontvangen. Ook bij een grondtransactie heeft de vereniging zomaar 250.000 euro te veel betaald. Een architect heeft 100.000 euro opgestreken voor een nieuwbouwproject dat nooit is uitgevoerd. Voorts zijn er verschillende onderzoeksrapporten verschenen over het handelen van het bestuur die alles bij elkaar 500.000 euro hebben gekost. Als bij het eerste kritische rapport het bestuur de eer aan zichzelf had gehouden, had dat zeker vier ton gescheeld. Tel daar onnodige bestuurskosten, advieskosten en juridische kosten bij – jaarlijks  al gauw 100.000 euro – en de optelsomsom is nog aan de voorzichtige kant ook. En dan is de rente over dat bedrag nog niet eens meegerekend!
Volkshuisvestelijk vermogen, opgebracht door huurders/leden, dat zomaar is weggevloeid. In plaats daarvan had een kwart van het woningbestand grondig gerenoveerd kunnen worden. Om een vergelijkinkje te maken...
De oud-toezichthouders hadden graag wat aan deze spilzucht willen doen. Maar ze kregen er de kans niet voor.

(5) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en wie controleert de verenigingskas?

Een kascommissie. Dat is toch wel het minste dat een vereniging behoort te hebben. Niet omdat bestuurders per definitie niet te vertrouwen zijn. Maar de leden behoren te weten hoe er met het verenigingsgeld wordt omgesprongen. Zo gaat dat bij de sportvereniging, de postzegelvereniging, de visvereniging en welke andere vereniging ook.
Hoe is dat geregeld bij woningbouwverenigingen? Daar is geen kascommissie nodig, want die rol wordt normaal gesproken vervuld door de raad van toezicht. Maar niet bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden. Daar mochten de toezichthouders van het bestuur niet in de boeken kijken.
Vreemd.
‘Hoe zit dat met de interimkracht die al twaalf jaar structureel 3x zoveel verdient als bij een vast dienstverband gebruikelijk is?’
‘Dat gaat jullie niets aan.’
‘Wij zouden graag inzicht krijgen in het loongebouw.’ (in de corporatiewereld is overbetaling namelijk eerder regel dan uitzondering).
‘Ook dat is niet iets waar jullie je mee hebt te bemoeien. Dat controleert de accountant.’
Wie zich daar wel mee mocht bemoeien behalve het bestuur en de accountant – die overigens geen mandaat had van de leden – de toezichthouders in ieder geval niet en de leden evenmin. De torenhoge vergoeding voor de interimkracht was in het verleden al vaker door leden ter sprake gebracht op de ledenvergadering. Daar gaf het bestuur nooit een verklaring voor. Of wacht, één keer: ‘U kunt ervan uitgaan dat we integer handelen.’
Een vereniging waarin jaarlijks meer dan 5 miljoen euro omgaat zonder financiële controle vanuit de leden, dat is te gek voor woorden, vonden de oud-toezichthouders. Het zou nog veel gekker worden.

(4) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en voorgangers deden niets!

Bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden, is sinds de verzelfstandiging nooit serieus toezicht gehouden. Een vreemde zaak, zeker als je in aanmerking neemt dat er jaarlijks meer dan 5 miljoen euro over de toonbank gaat.
Uit diverse onderzoeksrapporten naar het handelen van het zittende bestuur komt naar voren dat het bestuur het liefst op eigen houtje opereerde en de toezichthouders niet of nauwelijks ingrepen. Wilden ze niet, konden ze niet, wisten ze het niet? Ooit zei een van hen: ‘Wij hadden de voorzitter allang moet wegsturen.’ Waarom dat niet gebeurde, is nog steeds een vraag die op antwoord wacht.
Van de voorzitter van de kleinere woningbouwvereniging waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden, was het wel te begrijpen. Die schreef namelijk ooit:

Als een RvT zijn goedkeuring aan beleid of andere besluiten van het bestuur moet geven, maakt zij zich dan niet mede verantwoordelijk voor de besluitvorming? Als je eenmaal je goedkeuring hebt gegeven, hoe onafhankelijk ben je dan nog en ben je dan nog in staat bij foute besluitvorming om je toezichthoudende taak uit te voeren en het bestuur ter verantwoording te roepen voor de genomen besluiten waaraan je zelf actief hebt deelgenomen?

Met een logische kijk op toezicht heeft deze apekool niets van doen. Hoezo komt de onafhankelijkheid van een toezichthouder in het geding als hij zijn taak uitvoert? Goedkeuring van bestuursbesluiten betekent niet automatisch medeverantwoordelijkheid voor het bestuur, maar wel medeverantwoordelijkheid voor het functioneren van de vereniging. Scheiding tussen uitvoerende macht en controlerende macht dus, maar voor de voorzitter was dat een brug te ver. Of liever, een brug die hij niet over wilde.
Had de oud-raad van toezicht deze visie van de voorzitter maar eerder onder ogen gekregen. Dan had zij vooraf met het ministerie en het Centraal Fonds Volkhuisvesting kunnen overleggen. En was zij misschien wel nooit aan haar maatschappelijke opdracht begonnen.
Dat roept meteen de vraag op: wisten het ministerie, het Centraal Fonds Volkhuisvesting en de accountant werkelijk niet hoe het toeging bij deze vereniging?

(3) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en iedereen duikt weg!

‘Jullie zijn goed bezig jongens!’ Van alle kanten kregen ze lof toegezwaaid, de oud-toezichthouders die bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland orde op zaken wilden stellen. Ook op de cursussen waar ze naartoe gingen, kregen ze veelvuldig te horen dat ze op de goede weg waren.
Ferme taal werd er gebezigd over de bestuurlijke gang van zaken:

• ‘De bezem moet er doorheen, en gauw!’
• ‘Eén grote aanklacht tegen de governance-regels’
• ‘Zonnekoninggedrag, Rochdale in het klein’
• ‘Ik heb nog nooit zo’n bijzondere vereniging gezien’
• ‘Te gek voor woorden’

Het ministerie van BZK, het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de huisaccountant Deloitte: iedereen was van mening dat het zo niet langer kon.
Een serieuze steun in de rug, zo voelde dat voor de oud-toezichthouders. Maar toen ze probeerde daadwerkelijk in te grijpen – het bestuur was namelijk niet van plan serieus toezicht toe te laten – doken alle criticasters terug in hun hok. De steun in de rug had opeens veel meer weg van een dolksteek.
En nu de curieuze uitspraak van de rechter er ligt (daarover later meer) kunnen alle betrokkenen zich daar handig achter verschuilen. Dat de oud-toezichthouders die hun werk hebben gedaan, nu financieel moeten bloeden, vinden ze allemaal erg, dat wel:

• ‘Triest voor jullie, jongens’
• Jammer dat het zo gelopen is’
• Dit hebben jullie niet verdiend’

In oorlogstijd leer je je medestanders kennen. Om ze te tellen heb je in dit geval niet eens één hand nodig. Ook de corporatiesector kan een heel stevige bezem gebruiken. En gauw!

(2) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en 'collega's' vrolijk graaien!

Kleine woningbouwverenigingen zijn niet zelden overgeleverd aan de graai- en grijpzucht in de corporatiesector. Er is een old boys & girls-network actief dat elkaar de toezichtbaantjes toespeelt. Lucratieve appeltjes voor de dorst waar oud-bestuurders (o.a. wethouders, Kamerleden, Statenleden), partijtijgers, professionals van adviesbureaus in de sector en accountants graag op af komen.
Een aantal van hen is ook actief in het interimcircuit. Dat heeft de corporatie ten noorden van Amsterdam geweten. Daar moest het bestuurlijk apparaat geprofessionaliseerd worden naar een tweelagenstructuur. In één jaar tijd was de vereniging aan diverse interimmers, waaronder een oud-bewindsman, een miljoen euro kwijt. Mag ik effe vangen?
Bij de kleine woningbouwvereniging waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden, zwermden diverse 'collega-toezichthouders' rond de pot met honing. Terwijl ze wisten dat hun collega's de handdoek in de ring hadden gegooid omdat er geen serieus toezicht mogelijk was bij deze vereniging, gingen zij vrolijk door met hand- en spandiensten voor het bestuur te verrichten. Een van hen, werkzaam bij een top-vijf accountantskantoor èn toezichthouder bij een grote corporatie in  Amsterdam, was zelfs de 'huisadviseur' van het bestuur. Goed voor jaarlijks een tonnetje. Toen hij daarop aangesproken werd, zei hij (en zijn RvB) doodleuk: ik voer een opdracht uit. Ad Bos en andere klokkenluiders wisten het allang: van je collega's moet je het niet hebben...
By the way, wat verdienen die interimjongens bij Vestia eigenlijk? Daar heb ik minister Spies nog niet over gehoord.

Oud-toezichthouders moeten financieel bloeden voor goed werk

Terwijl bij Vestia en tal van andere woningcorporaties het interne toezicht ernstig tekort schoot, verrichtten toezichthouders bij een kleine Noord-Hollandse woningbouwvereniging (ca. 1000 woningen) wèl goed werk. Dat is hun duur komen te staan. Onlangs heeft de rechter, in een uiterst curieus vonnis, bepaald dat de oud-toezichthouders zelf moeten opdraaien voor de kosten en uren die zij tijdens de uitoefening van hun functie hebben gemaakt.

In totaal gaat het om bijna 100.000 euro, ofte wel 20.000 euro per persoon. Een groot deel daarvan betreft advocaatkosten die de oud-raad van toezicht moest maken omdat zij door het bestuur van de woningbouwvereniging voor de rechter was gedaagd!
De buitenwereld zal denken: mooi, eindelijk worden knoeiende en graaiende toezichthouders hard aangepakt. In deze zaak is echter het omgekeerde het geval. Deze raad van toezicht heeft juist wèl goed werk verricht. Dat vinden ook de minister, het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de huisaccountant en andere betrokkenen.

Inmiddels is het al twee jaar geleden dat de oud-RvT de handdoek in de ring gooide omdat zij van het bestuur geen ruimte kreeg om toezicht te houden. In de tussentijd hebben de problemen zich bij deze woningbouwvereniging opgestapeld:

• wettelijk toezicht dat, met medeweten van het ministerie, al jaren ontbreekt;
• kritische rapporten over het bestuur die onder de pet worden gehouden;
• een bestuur dat al een half jaar zonder penningmeester opereert;
• miljoenen die over de balk worden gegooid, een interimkracht die een miljoen euro te veel opstreek;
• ledenvergaderingen die stelselmatig worden gemanipuleerd;
• leden die zonder pardon uit de vereniging worden gezet;
• groot achterstallig onderhoud, bij de woningen en in de organisatie zelf;
• de lokale pers die er niet meer over durft te schrijven, uit angst voor rechtszaken.

Hoe lang wordt deze woningbouwvereniging nog gegijzeld door haar eigen bestuur?
De oud-toezichthouders staan er in dit Kafkaesk drama in ieder geval alleen voor. Deurwaarders staan op de stoep, leningen moeten worden afgesloten. De hele sector staat erbij, kijkt ernaar of liever, kijkt een andere kant op. En de minister: die vindt dat haar niets te verwijten valt...


Lees meer over dit onthutsende verhaal op deze site en op Argusoog.