(21) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en huisaccountant Deloitte rekent naar zichzelf toe.

Een partner van accountantsmoloch Deloitte ligt onder vuur omdat hij indertijd bij Vestia belangrijke zaken over het hoofd zag. Van Vestia is het maar een ministap naar de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden. Ook daar was Deloitte de huisaccountant. En nog steeds, terwijl het drommels goed weet dat het met de governance slecht is gesteld bij deze vereniging.
Toen de oud-raad van toezicht in conflict kwam met het bestuur, kregen zij de accountants van Deloitte ondubbelzinnig aan hun zijde. ‘De bezem moet er door’, ‘Zonnekoninggedrag’, ‘De bijzonderste klant die we in 20 jaar hebben gehad’ waren enkele van de kwalificaties die uit de burelen van Deloitte weerklonken. Ferme taal die overeenkwam met de voorliefde voor de governance-code die Deloitte graag uitdraagt. En die de oud-RvT kon helpen bij het luiden van de noodklok.
In dezelfde lijn reageerde de rekenmeesters van Deloitte op het aangekondigde vertrek van de oud-RvT. ‘Als er niet snel serieus toezicht komt, geven wij onze opdracht terug.’ Mooie woorden, maar hoe zat het met de daden? Niet best, want van hogerhand kregen de accountants de opdracht om gewoon te blijven zitten waar ze zaten. Geen woorden maar zaken bij Deloitte.
Inmiddels is er al meer dan twee jaar geen intern toezicht bij de vereniging. Voor Deloitte is dat geen probleem: het krijgt de controleopdracht weer gewoon van het bestuur. Niemand weet ervan, wel zo rustig. Zoals ook bijna niemand weet dat het accountantsbureau al die jaren van alles en nog wat door de vingers heeft gezien bij deze woningbouwvereniging.  Een swapje hier en daar, een interimkracht die een miljoen extra binnensleepte, een strategisch voorraadbeleid dat al vijftien jaar op zich laat wachten, een ABC-grondaankoopje met 2,5 ton verlies: ach ja, waar gerekend wordt vallen gaten, nietwaar?
‘De bezem moet er doorheen’: ben benieuwd hoe schoon die veegt bij Deloitte.

(20) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het bestuur houdt de minister aan het lijntje.

Alle woningbouwcorporaties, stichtingen èn verenigingen, maken deel van een bestel dat al meer dan 100 jaar bestaat. De minister ziet erop toe dat de corporaties hun volkshuisvestelijke taken naar behoren uitvoeren. Als rechterhand heeft hij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), als linkerhand de toezichthouders bij de verschillende corporaties.
Genoeg aangrijpingspunten dus voor kritische controle en adequaat optreden als een corporatie niet naar behoren functioneert. Maar wat heb je aan een waakhond als-ie alleen maar blaft en nooit eens in de kuiten bijt met de boodschap:’Tot hier en niet verder’, of misschien zelfs ‘even een paar stappen terug’.
De kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar de oud-toezicht-
houders nu financieel moeten bloeden, heeft meermalen die waakhond uitgedaagd. Door het interne toezicht te frustreren, door er een administratieve zooi van te maken, door verdachte transacties te sluiten, door uitkomsten van onderzoeksrapporten te frustreren en door gewoon door te besturen terwijl er een fraudeonderzoek liep naar hun handelen. In welke organisatie mogen bestuurders met de hand aan de portemonnee blijven zitten als zij onderwerp zijn van onderzoek naar mogelijke fraude?
Bij deze corporatie kon en mocht het allemaal. De leden wisten nergens van, de minister wel maar die keek liever een andere kant uit. Oja, de waakhond blafte weleens en liet ook wel zijn/haar tanden zien. Maar het bestuur roeide gewoon voort, recht op de waterval af, terwijl de boot zo lek is als een mandje.
Zo blijft de vereniging – waar intern toezicht niet mogelijk is, leden onwetend zijn en een interimkracht nog steeds jaarlijks 80.000 euro te veel verdient -  het speeltje van bestuurders en hun handlangers van de huurdersvereniging. Wat zullen ze in hun handen wrijven, zeker nu voor de tweede keer het kabinet gevallen is en de blaffende waakhond weer in het hok is gekropen.

(19) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het bestuur strijkt blanco cheques op!

Dik betaald worden ze vaak, de directeuren van woningcorporaties. Ook de toezichthouders mogen hun handen doorgaans dichtknijpen. Zeker bij de grotere corporaties, waar bedragen van 15.000-20.000 euro voor een toezichtbaantje geen uitzondering zijn.
Wat is nu eigenlijk een passende vergoeding voor een raad van toezicht? De oud-toezichthouders bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland die nu financieel moeten bloeden, bogen zich na hun aantreden ook over die vraag. Want één ding was zeker: er kwam een pak werk op hen af, onder meer omdat er aanzienlijk achterstallig onderhoud was geconstateerd. Niet alleen in fysieke zin, bij de huizen, maar ook in bestuurlijke zin. Ook uit professioneel opzicht leek het hen goed een bescheiden uurvergoeding te vragen. Want toezicht houden op een organisatie waar 6 miljoen euro per jaar omgaat, dan praat je niet meer over vrijwilligerswerk.  Een precedent was er bovendien niet. De vorige RvT’s deden hun werk nauwelijks en kwamen hooguit twee, drie avondjes per jaar bij elkaar.
In een van de eerste vergaderingen met het bestuur legden de toezicht-
houders de vraag ook voor aan de voorzitter. ‘Gewoon 50 euro per uur declareren,’ zei hij. Dat vonden de toezichthouders geen goed idee. Zij wilden geen blanco cheque aan zichzelf uitdelen.
Gelukkig had de Vereniging voor Toezichthouders (VTW) een beloningscode opgesteld die als leidraad diende. De code is gebaseerd op ca. 80-100 bestede uren per jaar. Voor deze vereniging kwam de vergoeding neer op 4000-4500 euro per man. De oud-toezichthouders legde daar een 25%-premie bovenop, omdat er veel extra uren te verwachten waren. Ook dat was conform de VTW-code. Een en ander werd keurig vastgelegd in een reglement dat aan de leden zou worden voorgelegd.
‘Zakkenvullers,’ fulmineerde het bestuur van de woningbouwvereniging dat de oud-RvT inmiddels kwaadgezind was. ‘Graaiers,’ deed ook het bestuur van de huurdersvereniging een duit in het lasterzakje.
Wat het bestuur er niet bij vertelde is dat het zelf wèl met blanco cheques werkte. Gemiddeld streken de drie bestuurders samen jaarlijks 50.000-60.000 euro op, in het jaarverslag verdekt geboekt onder posten als ‘beleidszaken’  en ‘overige bestuurskosten’. Heel wat anders dan het bedrag van een paar duizendjes dat de voorzitter aan de rechter deed voorkomen.
‘Oncontroleerbaar declaratiegedrag,’ zei een van de leden van de onderzoekscommissie die het handelen van twee bestuurders onder de loep had genomen. Oncontroleerbaar, dat wilde het bestuur graag zo houden. Kwam dat even mooi uit, dat er de afgelopen twee jaar geen officiële raad van toezicht was! Geen pottenkijkers, weet u nog?

(18) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en de regionale kranten worden bedreigd en bespeeld.

In tijden van oorlog gaat het erom wie controle heeft over de media.
Het bestuur van de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar de oud-toezichthouders nu financieel moeten bloeden, snapt dat heel goed. Dat moet gezegd.
Zo durft de lokale krant niet meer over de woningbouwvereniging te schrijven. Verschillende keren is de redactie door het bestuur van de woningbouwvereniging bedreigd met een rechtszaak als ze kritisch schrijft over de toestanden binnen de vereniging.
Een beetje redactie laat zich daar niet door afschrikken, zeker niet als ze naar eer en geweten hun werk doen. Het probleem is dat de lokale krant deel uitmaakt van een groot mediabedrijf. Wat zegt de directie van het bedrijf: ‘Als jullie een rechtszaak aan de broek krijgen, moeten jullie zelf de kosten betalen.’ Omdat ze dat risico niet willen/kunnen lopen, heeft de krant zichzelf monddood gemaakt en schrijft zij niet meer over de woningbouwvereniging. Daardoor lopen de huurders een belangrijke informatiebron mis. En heeft het bestuur gekregen wat ze wil: een zwijgende pers.
Dan is er de grotere provinciale krant, onderdeel van hetzelfde concern. Toeval of niet, de verslaggever die vrijwel exclusief over de kleine woningbouwvereniging schrijft, doet dat op uiterst originele wijze. Niet gehinderd door veel kennis, maar wel schijnbaar ingefluisterd door het bestuur, de advocaat van het bestuur en het bestuur van de huurdersvereniging. De lezers krijgen een eenzijdige voorstelling van zaken voorgeschoteld waardoor de indruk ontstaat dat het bestuur onbaatzuchtig zijn werk probeert te doen, maar voortdurend en hinderlijk wordt achtervolgd door rancuneuze leden en oud-toezichthouders.
De krantenlezer weet niet dat er al twee jaar geen toezicht is bij de vereniging, dat kritische rapporten onder de pet worden gehouden, dat er miljoenen over de balk zijn gegooid, dat de commissie van goede diensten door het bestuur werd tegengehouden, dat de penningmeester er de brui aan heeft gegeven, dat de leden niet geïnformeerd worden en dat kritische leden uit de vereniging worden gegooid en bedreigd worden met rechtszaken. Evenals de zusterkrant, maar dit terzijde.
Zoveel signalen op rood bij een corporatie in de regio, een beetje onderzoeksjournalist zou er direct induiken. De hoofdredactie weet ervan maar doet niets.
Ondertussen gaat de brave verslaggever gewoon door met zijn hoor-zonder-wederhoorstukjes. Daar valt niet tegen op te rectificeren. Met journalistiek heeft het weinig te maken, met propaganda des te meer.

(17) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en een ambtenaar werd bedreigd!

Laster en leugens gingen hand in bij de kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar toezichthouders nu moeten bloeden. De twee besturen, van de woningbouwvereniging èn van de huurdersvereniging, hadden elkaar daarin helemaal gevonden. Iedereen kwam aan de beurt. Iedereen die het waagde onverkwikkelijke zaken bij de vereniging aan de kaak te stellen.
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting, door de minister aangesteld om corporaties te controleren, werd ervan verdacht onder één hoedje te spelen met de toenmalige raad van toezicht. Het is maar wat je onder dat hoedje verstaat. Waarom zouden de toezichthouders, amper een half jaar in functie, niet bij het CFV te rade mogen gaan om de onmogelijkheid van toezicht houden bij deze woningbouwvereniging te bespreken?
De voorzitter van de vereniging pikte dat niet. Hij stuurde een mailtje aan de districtsadviseur van het CFV met de niet mis te verstane woorden:

‘In een vorige mail heb ik u al gevraagd wat uw rol was in het handelen van de RvT. Het is mij nu duidelijk dat u daar een heel belangrijke rol bij gespeeld heeft en dat de RvT zich daardoor heel sterk vond staan in haar, in strijd met het verenigingsrecht en de statuten van Beter Wonen, handelen. U heeft hiermee de belangen van de vereniging Beter Wonen zeer geschaad en ben ik van mening dat u zich in uw ambt als ambtenaar van het CFV onbehoorlijk hebt gedragen. A.s vrijdag is de dag des oordeels en zal blijken of de ALV achter de RvT gaat staan of achter het bestuur. U begrijpt dat een van de twee niet kan blijven. Als de keuze van de ALV bij het bestuur is, dan zullen wij zeker op uw handelen terugkomen en in overleg met onze juriste bekijken welke juridische maatregelen wij tegen u kunnen nemen.’

Pure bedreiging van een ambtenaar in fuctie. Deze mail is overigens ook om een andere reden opvallend. De ‘dag des oordeels’ was namelijk de ledenvergadering die de raad van toezicht had tegengehouden, omdat hij op niet-correcte wijze was uitgeroepen (zie dl. 11). De voorzitter liet hier blijken wat zijn ware bedoeling met deze vergadering was: zo snel mogelijk van de raad van toezicht afkomen. Was hij maar zo ruiterlijk naar de rechter geweest...
Ook het ministerie werd slachtoffer van de leugencarroussel. Dat zou stiekem van de vereniging een stichting willen maken, riep het bestuur. In alle gesprekken die de oud-toezichthouders met het ministerie hadden gevoerd, was dat echter nooit aan de orde geweest.
De toon was evenwel gezet. Het ministerie kon pas achteraf de nonsens ontzenuwen en dat bericht bleef buiten bereik van de rechter. De moraal van dit verhaal: de brutaalsten hebben niet alleen de halve wereld maar ook de hele woningbouwvereniging.