De oud-toezichthouders van de kleine woningbouwvereniging die financieel zwaar moeten bloeden, hebben een brief geschreven aan de Tweede Kamer, als antwoord op een brief van de minister. Wat je al niet moet doen, en inmiddels al twee jaar lang, om een onterechte last van je schouders te krijgen... (zucht)
(Deel 1)
Aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Reactie op
brief WBI2012-0000159674
cc.
Tweede-Kamercommissie BZK, ministerie van BZK.
Bijlage:
brief D. Tommel aan bestuur Beter
Wonen.
Hippolytushoef, 11 mei 2012
Geachte
voorzitter,
de oud-raad
van toezicht van woningbouwvereniging Beter Wonen roept de hulp van de Tweede
Kamer in om haar aanhoudende problemen alsmede de ernstige situatie bij Beter
Wonen op korte termijn en met daadkracht op te lossen.
Onze excuses
vooraf voor de lengte van deze brief, maar het is nodig om een aantal zaken te
verklaren en (weer) recht te zetten.
Onlangs heeft de
minister van BZK de Tweede Kamer bericht inzake woningbouwvereniging Beter
Wonen te Wieringen (d.d. 24 april 2012,
WBI2012-0000159674).
Als oud-raad van
toezichtleden hebben wij de brief met meer dan gemiddelde belangstelling
gelezen, mede gelet op de precaire situatie waarin wij nog steeds verkeren als
gevolg van een grote financiële schade die voor onze persoonlijke rekening
komt.
Graag willen wij
de Kamer onze visie geven op de bovengenoemde brief, en met name op de rol van
het externe toezicht.
Vonnis
Over het vonnis
dat de rechter op 8 februari 2012 heeft uitgesproken, willen wij het volgende
opmerken:
• Wij zijn van
mening dat wij nooit als RvT voor de rechter hadden hoeven staan. Onze zaak had
al in april 2010 kunnen zijn geschikt, als het ministerie en het bestuur van
Beter Wonen hun verantwoordelijkheid hadden genomen (zie ons schrijven aan de
minister d.d. 26 januari 2012).
• Wij bestrijden
het vonnis in de volle breedte en hebben, aangezien niet tijdig een regeling
met ons is getroffen, inmiddels hoger beroep aangetekend. Opnieuw onnodige
juridisering dus! Voor de goede orde: wij hebben het hoger beroep niet gewild,
zoals we ook de hele rechtsprocedure nooit hebben gewild, maar we zien
momenteel (nog) geen andere weg om een oplossing te vinden.
• De rechtbank
is aantoonbaar door het bestuur van Beter Wonen misleid. Daarvan wordt aangifte
gedaan bij het OM.
• De
ledenvergadering van 18 december 2009, door de rechter als caesuur beschouwd
voor onze taakuitoefening, wordt door de oud-RvT als onrechtmatig beschouwd.
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting was daar indertijd van op de hoogte. Er is
op die ALV overigens niet een voorstel tot mediation aangenomen, zoals door de rechter wordt
verondersteld. Ook dat kunnen wij in woord en geschrift aantonen.
• De
gebruikelijke RvT-vergoeding, zoals door de rechtbank bepaald en in de brief
van de minister aangehaald, is niet statutair vastgesteld. Wij hebben
indertijd de taakuitoefening van de RvT geprofessionaliseerd en voor onze
honorering de VTW-normen aangehouden. Dit zouden we ook in een reglement aan de
leden voorleggen, ware het niet dat die ALV er nooit is gekomen.
N.B. Ter
vergelijking: het bestuur van Beter Wonen kent zichzelf ca 25.000 euro per jaar
per bestuurslid toe (voor 4-6 uur per week), zonder specificatie en zonder dat
de leden ervan weten. Om dan de oud-RvT graaigedrag te verwijten, is ronduit
stuitend en getuigt van pure rancune.
• Het bestuur
weigert momenteel de reeds in het vonnis bepaalde bedragen aan de
oud-toezichthouders te betalen. Daarvoor is inmiddels een deurwaarder
ingeschakeld. Het zoveelste bewijs van wanbestuur, rancune en treiterij. En de
zoveelste aanslag op de huurpenningen!
• De minister
schaart zich achter een (omstreden) vonnis, in plaats van een eigen visie op de
zaken te etaleren.
(wordt vervolgd)