De hele week was hij op
pad geweest met zijn verrekijker. Ga toch mee, zei hij telkens. Maar ze vond er
geen zak aan. Dan moest ze steeds stilstaan. Ze kon niet eens een merel van een
spreeuw onderscheiden. Ga jij maar, zei ze, ik red me wel.
Heinz was haar redding.
Gistermiddag, na het derde glas zoete witte wijn, gebaarde ze hem mee te komen.
Uit het zicht van het overige hotelpersoneel slopen ze naar de slaapkamer. Zij
kleedde zich uit en beval hem hetzelfde te doen.
Daarna deed ze het groene schort weer over zijn
hoofd. Ze strikte het achterom vast, ging met haar hand eronder en voelde hoe
het groeide. Ze knielde op het bed, met haar brede billen naar hem toe en
verzuchtte: 'O Vögelein, mach mich froh.'
(opgenomen in het 'Verkade-project', fictieve verhalen bij anonieme foto's)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten