Waarom ik niet meer stem (2)

De onbetrouwbare overheid is een van de redenen waarom ik als stemmer afhaak. Ik spreek op dit punt niemand na, maar geheel uit eigen ervaring. Verschillende keren heb ik in directe zin kennisgemaakt met bestuurders die volledig lak hadden aan de burger en aan de publieke zaak .
De eerste keer was tussen 2006 en 2010. Ik was toen initiatiefnemer en woordvoerder van het Wierings Beraad, een coalitie van burgers en belangengroepen die zich verzette tegen het Wieringerrandmeer. Dit megalomane gebiedsontwikkelingsplan, waarin overheid en private ondernemingen samen optrokken, was gesitueerd in de kop van Noord-Holland. In het mooie stille buitengebied moesten duizenden vuttervilla's verrijzen om 'robuuste natuur' te financieren.

Het was het speeltje van VVD'er Ton Hooijmaijers. Deze inmiddels voor corruptie veroordeelde oud-gedeputeerde - de eerste bestuurder in Nederland die wegens omkoping 2,5 jaar moet zitten – had zich verzekerd van de steun van VVD, PvdA en CDA. Het was een 'schoolvoorbeeld van publiek-private samenwerking', kwijlden bestuurders en volksvertegenwoordigers elkaar na. Ze vergaten erbij te zeggen dat grote bedrijven als Volker Wessels en Boskalis wat graag meededen omdat de overheid alle risico's droeg. Zoals elk gebiedsontwikkelingsproject gold ook hier de top-downformule. Inspraak door burgers en belanghebbenden werd mondjesmaat toegestaan maar nooit serieus genomen. Als er al draagvlak voor het plan was, kalfde dat snel af. 
Verschillende keren heb ik gefundeerde kritiek op het plan geleverd tijdens vergaderingen van gemeenteraad en Provinciale Staten. Geen enkele keer kreeg ik een reactie laat staan weerwoord van de statenleden die het plan steunden. Alsof ik als kritisch burger helemaal niet bestond. De volksvertegenwoordigers die het plan steunden hielden de kaken, die bij de meesten rood aanliepen van schaamte, stijf op elkaar. Ook de gedeputeerde zelf, die zijn eigen plan maar mondjesmaat kende, durfde niet met mij in debat. Hoezo rekenschap geven als volksvertegenwoordiger?

Het werd nog erger. Toen wij als actiecoalitie op eigen kosten een alternatief plan hadden ontwikkeld dat wèl draagvlak had, werd dat op een onheuse en ongefundeerde wijze afgeserveerd door de stuurgroep onder leiding van Jan van Zijl (PvdA), voorzitter van toen nog de HBO-raad die als bijbanenverzamelaar dit goedbetaalde klusje er wat graag naast deed. Liever vuige spelletjes, in naam van de overheid, dan open discussie.
Het officiële plan, dat in geen enkel stadium financieel haalbaar was, doorstond logischerwijs de tijd niet en werd in 2010 afgeblazen. De provincie sprak van economische tegenwind, maar kenners wisten wel beter. Dat de private partijen op de valreep nog veertien miljoen meekregen – een cadeautje waar de stuurgroepvoorzitter zich persoonlijk hard voor maakte – gaf nog eens aan hoe losgezongen bestuurders en volksvertegenwoordigers waren van de publieke zaak en hoe makkelijk zij omsprongen met maatschappelijk kapitaal. De randstedelijke rekenkamer zei later over dit douceurtje: 'Als de provincie even had dooronderhandeld, was zij niets verschuldigd geweest.'

Het debacle verhinderde de betrokken bestuurders en statenleden overigens niet om na de verkiezingen gewoon weer hun plaatsen in te nemen. Een goed ingevoerde journalist wist mij te vertellen dat van een aantal van hen het dossier was 'zoekgeraakt'. Wel zo makkelijk, als je je baantje niet wilt verliezen. Dit bericht is overigens nooit in de pers gekomen.

De voorzitter van de commissie die onderzoek deed naar de verdorven bestuurscultuur in Noord-Holland, prof. dr. Hans van den Heuvel, zei later in een interview: 'Wat ik hier aantrof, kan ik voor elke provincie uittekenen.' Ik bedacht me: we zijn geen haar beter dan pakweg een land als Italië waar de corruptie in bijna elke straat is geasfalteerd.

N.B. Binnenkort deel 3 - De onbetrouwbare overheid, vb. 2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten