Hoe kun
je je stem geven aan een systeem dat je niet meer vertrouwt? Ja, kun je
tegenwerpen, dit zijn toch incidenten van individuele bestuurders? Het gros van
bestuurders en volksvertegenwoordigers heeft het toch goed voor met de publieke
zaak? Maar dat is wat ingewijden uit de beschreven cases me nu juist vertellen:
het zijn geen incidenten. Het heeft veel en nog meer weg van een patroon dat er
ingesleten is, gaandeweg of misschien al vanaf het begin dat de parlementaire
democratie het hart van ons politieke stelsel werd. Kijk alleen maar eens naar
de stroom van integriteitsproblemen bij het ministerie van justitie en de vele
koppen die daar de afgelopen tijd moesten rollen.
Dat de
onbetrouwbare overheid niet van vandaag of gisteren dateert, is te illustreren
aan de hand van talrijke historische voorbeelden. Neem 'vadertje' Drees, die
begin jaren vijftig een kritisch rapport over de politionele acties in Indonesië
in de doofpot hield. Waarom komt zo'n feit pas vijftig jaar nadien naar buiten?
Alleen omdat het wettelijk verbod op openbaarheid afliep. Wie zou zo'n vadertje
nu willen hebben?
Vóór de
jaren zestig was de overheid sowieso een voor de gewone man gesloten bastion.
'Het volk' was niet anders gewend dan dat er over zijn hoofd geregeerd werd en
volgde gedwee wat er in Den Haag werd uitgedacht en uitgevaardigd. Tegen de
kleine groep die niet alles pikte of de barricade op ging werd met harde hand
opgetreden. In de jaren dertig mochten ambtenaren geen lid zijn van linkse
organisties. Tijdens de Koude Oorlog in de jaren vijftig werden linkse mensen,
onder wie veel verzetstrijders die onze
vrijheid hadden bevochten, opnieuw geweerd uit overheidsfuncties en door de
veiligheidsdienst achtervolgd. Opeens werden ze als bedreigers van diezelfde
vrijheid gezien. Wie had dat bedacht? Een handjevol mensen dat aan de touwtjes
trok en van wie een aantal verre van brandschone handen had overgehouden aan de
oorlog. Premier De Quay, het hoofd van de BVD Einthoven en nog zo wat lieden.
De
onbetrouwbare overheid kent een lange traditie. Was het vroeger een uitvloeisel
van doorgeschoten paternalisme, tegenwoordig is het een product van
doorgeschoten individualisme en ongebreidelde eigendunk. Politici zien het
mandaat van de kiezer als een baan, een carrièrepad om hoger op te komen en dan
met name via de partij waarvan ze al op vroege leeftijd al dan niet strategisch
lid zijn geworden.
Toen ik
een bekend Eerste-Kamerlid, Margriet Meindertsma van de PvdA - zij had toegezien
op het totstandkomen van het kritische rapport over de eerder genoemde woningbouwvereniging
– vroeg om de door haar geconstateerde misstanden toe te lichten op de
ledenvergadering van deze woningbouwvereniging, zei zij: 'Daar begin ik niet
aan, dat kan mijn reputatie schaden.' Eigen zaak gaat voor de publieke zaak,
daar zijn onder de gekozen volksvertegenwoordigers heel wat voorbeelden van te
vinden.
Terwijl
maar een heel klein deel van de kiezers lid is van een politieke partij,
bepalen de partijen wel in hoge mate welke persoon hoe, wanneer en waar op
welke bestuursplek komt. In Den Haag, de provincie en de gemeente, tot de
burgemeestersposten aan toe. Wie hard werkt en vooral braaf meeloopt, wordt
beloond met een vooraanstaande publieke functie. Wie uit het gelid loopt, komt
er niet meer aan te pas. Een VVD-gedeputeerde van Noord-Holland beet eens een
wethouder in Amstelveen, notabene partijgenoot, toe toen deze dwars lag bij een
infrastructurele kwestie: 'Als jij nog verder wilt komen in de VVD, zul je uit
een ander vaatje moeten tappen.'
Dit niet-gekozen
systeem van partijkeurslijf en clientelisme domineert niet alleen overheden en
vertegenwoordigende lichamen, maar ook semipublieke sectoren als die van de
woningcorporaties, zorginstellingen en onderwijsorganisaties. Toen ik een
poging ondernam om toezichthouder te worden bij een andere woningcorporatie,
vertelde een ingewijde mij: 'Je kunt wel reageren op die advertentie, maar die
is alleen pro forma in de krant gezet. Intern hebben ze die post allang
ingevuld. En een toezichthouder zoals jij die durft in te grijpen, daar zitten
ze helemaal niet op te wachten.'
Als er
een commissie moet worden ingesteld om in deze sectoren een misstand te onderzoeken,
staan bevriende adviesbureaus en oud-politici te trappelen om voor hoge
uurtarieven aan de slag te gaan. Dat het onderzoeksresultaat omgekeerd
evenredig is met de beloning, is eerder regel dan uitzondering. Zeker is wel dat
de overheid altijd betaalt en niets geeft makkelijker uit dan geld dat niet van
jou is. Wat te denken van de tientallen miljarden aan mislukte ICT-projecten
bij de overheid waarvoor geen kop heeft hoeven rollen? Of de voortslepende
woekerpolisaffaire van ongeveer dezelfde geldelijke omvang die maar niet wordt
opgelost omdat de verwevenheid tussen politiek en financiële wereld te innig
is?
Het spreekt haast vanzelf dat van zelfreiniging bij de overheid dan weinig terecht komt.
Het spreekt haast vanzelf dat van zelfreiniging bij de overheid dan weinig terecht komt.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten