Het
probleem van de onbetrouwbare overheid kan niet los worden gezien van de wijze
waarop na het invullen van de
stembriefjes met het kiezersmandaat wordt omgesprongen.
Neem de totstandkoming
van het huidige kabinet Rutte-Samsom. Twee partijen die elkaars tegenpolen waren,
timmerden aan de keukentafel een coalitie in elkaar. 'De kiezer heeft het zo
gewild,' was de uitleg. Huh? Kiezers kiezen geen coalities. De VVD had meteen gezien
dat er over rechts geen meerderheid mogelijk was en stak gretig de hand uit
naar de PvdA. Die wilde na jaren van oppositie zo graag regeren dat, al dan
niet bewust, werd genegeerd dat er over links wel een alternatief was. Wat in het
buitenland doorgaans onbestaanbaar is, twee ideologische tegenpolen die elkaar
meteen na de stembusuitslag de hand reiken, werd hier als zoete koek verkocht
en geslikt.
Ook in
mijn gemeente Hollands Kroon was zo'n staaltje van kiezersverlakkerij te zien.
Twee anti-establishmentpartijen wonnen de laatste gemeenteraadsverkiezingen
maar gingen daarna gewoon in zee met de gevestigde partijen (PVDA, CDA, VVD)
die ze in de campagne nog verketterd hadden. Sterker nog: ze kozen zelfs een
formateur van VVD-huize om de coalitie op te tuigen.
Wat is
een overheidsbestel nog waard als de publieke zaak wordt vertegenwoordigd door windvanen,
carrièremakers en meelopers? Wat hebben we aan bestuurders die goed voor zich
zelf zorgen maar bij de minste of geringste tegenspoed duiken en na
ontmaskering de 'sorry-kaart' spelen? Wat is mijn stem nog waard die ik eens in
de vier jaar mag uitbrengen?
Zelf stemde ik in de tijd van Femke Halsema op
GroenLinks. Tot mijn afgrijzen ging die partij in 2011 akkoord met de missie in
Kunduz en hielp zij zo een notabene door de PVV gedoogd kabinet-Rutte aan een
meerderheid. Een besluit dat inhoudelijk en politiek zo haaks stond op de
principes en traditie van Groen Links - de pacifisten van de PSP behoorden
immers tot de founding fathers and
mothers van de partij – dat
ik mijn stem niet meer aan deze partij geef.
Moet de
kiezer zich tevreden stellen met het feit dat zijn invloed op het
overheidsbeleid minimaal is? Critici zoeken de oplossingen in het referendum.
Maar ook dat is een momentopname, waarbij een heikele knoop wordt doorgehakt
maar het systeem niet wezenlijk democratischer wordt. Als er al gevolg wordt
gegeven aan de uitslag ervan. Bovendien is het lastig zo niet onmogelijk om een
ingewikkeld probleem in één referendumvraag te formuleren
De burgertopbijeenkomsten
die David van Reybroeck bedacht, de G1000, zijn een manmoedige poging om
burgerparticipatie en directe invloed op het publieke bestuur te vergroten. Het
zijn bijeenkomsten waarbij belangrijke onderwerpen misschien wel op de kaart
worden gezet maar die voor uitvoering afhankelijk zijn van de gemeenteraad, het
traditionele systeem dus. Het is hooguit een aanvulling op en geen wezenlijke
verandering van een slecht functionerend stelsel.
Nu ik
niet meer stem, behoor ik tot een groep van ongeveer drie miljoen
kiesgerechtigden. Die hebben allemaal hun eigen reden om niet te stemmen. Of
zelfs dat niet. Maar zijn zij onwetend, laks, dwars, ongeïnteresseerd,
onmaatschappelijk, onverantwoordelijk? Hoe serieus neemt men deze heterogene
groep en dus ook mij nog? Een columnist van een grote landelijke krant
twitterde mij: 'Wie niet stemt, is af.' Dus een kwart van de stemgerechtigden
die niet stemt telt niet meer mee? Alsof het onze schuld is dat het systeem
niet functioneert.
* * *
In een
hopelijk te begrijpen betoog heb ik proberen uit te leggen waarom ik niet meer
stem. Maar als je A zegt moet je ook B zeggen, vind ik altijd. Dus heb ik mijzelf de vraag gesteld: Wat stel jij, Bart Lankester, dan voor? Hoe moet het
verder met de democratie in deze samenleving, met de positie van de burgers en de
rol van het bestuur als in jouw ogen de parlementaire democratie zijn langste
tijd heeft gehad? Wat stel je daarvoor in de plaats?
Op die vraag
zal ik proberen een begin van een antwoord te formuleren, onder de kop 'Naar
een permanente democratie’. Maar ik
zeg er meteen bij, in navolging van mijn wijze oudtante Trien, die het ook weer
van Multatuli had: 'Ik weet veel niet.' Aan die uitspraak kunnen veel
politici en bestuurders nog een punt zuigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten