Na het Wieringerrandmeer: eerst leren, dan pas nieuwe plannen

(Opinieartikel Schager Courant, 20 november 2010)

Meer dan tien jaar was er aan het project Wieringerrandmeer gewerkt. In een persconferentie van tien minuten werd het ten grave gedragen. De laatste tonen van de begrafenismuziek zijn weggeëbd. Tijd om de balans op te maken en lessen te trekken.
De eerste les is dat het Wieringerrandmeerproject in veel opzichten niet voldeed aan goede gebiedsontwikkeling. Er was onvoldoende draagvlak, het proces zat vol fouten en de financiering en risicoverdeling waren ondeugdelijk. Ook in de uitwerking vloog het plan uit de bocht: 2100 villa’s bouwen op een van de mooie stille plekjes van Noord-Holland, dat verzin je toch niet?
Hoe kan dit alles in de toekomst worden voorkomen? De provincie laat door de Randstedelijke Rekenkamer een onderzoek instellen naar het proces. Een prima zaak, maar vergeet niet dat dezelfde rekenkamer al in 2007 met een kritisch rapport over het randmeerproject kwam. Daar is toen niets mee gedaan. Laten we hopen dat dat nu wel gebeurt en wel voordat allerlei nieuwe ballonnen worden opgelaten.
De provincie en gemeenten willen zo snel mogelijk het debâcle wegspoelen door zelf met nieuwe plannen te komen. Daarmee dreigen ze in dezelfde valkuil te stappen. Het Wieringerrandmeer was immers een project van bestuurders en bouwers, niet van bewoners en belangenorganisaties (boeren, natuurbeschermers, waterschap). Bij nieuwe plannen is het zaak om vooraf om de tafel te gaan met alle belanghebbenden. Met de bewoners en gebruikers, die weten wat het gebied nodig heeft. Met boeren en andere ondernemers, die kunnen vertellen waar kansen liggen. Met natuurorganisaties die weten hoe je het landschap kunt versterken. En met het waterschap dat zorgt voor een verantwoord waterbeheer. Het Wierings Beraad weet uit ervaring hoe vruchtbaar het is als je alle partijen om de tafel zet. In korte tijd ontwikkelden wij een ander randmeerplan waar iedereen mee uit de voeten kon.
Een tweede les die uit het randmeerproject kan worden getrokken is dat er eerst een samenhangende gebiedsvisie moet komen over de Noordkop. Daarmee voorkom je dat allerlei (deel)plannen los van elkaar staan en elkaar zelfs kunnen tegenwerken. In zo’n gebiedsvisie zul je scherp moeten formuleren welke oplossingen er nodig zijn voor de ontwikkelingen op het gebied van water, verkeer, natuur, economie en bevolking.
Wie zou die gebiedsvisie het best kunnen opstellen? Dat is werk voor specialisten, die in alle vrijheid en onafhankelijkheid beschrijven waar we met de regio op de langere termijn naar toe gaan. Bijvoorbeeld met Den Helder waar tal van problemen om oplossingen vragen; met Texel en het toenemende verkeer ernaartoe; met Wieringen dat zich toeristisch wil profileren; met de boeren die graag willen vernieuwen; met de economie die je versterkt door aan te sluiten bij lokale initiatieven; en met de bevolkingskrimp die ook in Noord-Holland oprukt. Uiteraard moeten de bewoners en belangenorganisaties ook hierin nadrukkelijk hun stem hebben.
En de bestuurders en politici dan? Zij voeren de regie en nemen de besluiten, niet minder maar ook niet meer. Zo krijgt iedereen de rol die hem of haar toekomt en zorg je voor een goed proces en voldoende draagvlak. Laten we met z’n allen bewijzen dat het anders en veel beter kan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten