‘Zondag komt het hele
spulletje dus bij jou? Dan maak je toch altijd spaghetti met rode saus? Heb je
wijn in huis? Zonder wijn wordt het drie keer niks, kan ik je vertellen. Ik heb
altijd plenty wijn. Rood, wit, rosé, you name it. Moet je ook doen. Ik zal me
er niet mee bemoeien, maar je hebt een redelijk ordinaire chianti nodig. Op het
eind gooi je daar een glas van door de rode saus. Moet jij eens opletten wat
een complimenten je krijgt van het spulletje. Daar kun jij een heel jaar op
teren.'
'Ik houd niet van chianti.'
'Klopterdebus, het is ook niet
te zuipen, een zure bom in de bek. Daarom knal je hem ook door de rode saus. Vroeger
had je hem in mandflessen, die was nog zu
haben. Maar die zijn niet meer te krijgen. Je serveert toch wel een groene
salade erbij, hè? Gewoon plano, geen
tomaat, komkommer en andere ongein. Alleen olijfolie en witte balsamicoazijn
erover en klaar is kokkie. Ach de paas... nu Freek er niet meer is, zie je mij niet
meer door de tuin kruipen met de kleinkids. Op de golfclub organiseren ze een
brunch. Wijntje erbij, wordt gezellig. Laat ik me 's avonds door zo'n verrukkelijke
caddy thuisbrengen...
'Centraal, we zijn er. Let
jij even op de zakkenrollers?’
(inzending voor de A.L.
Snijdersprijs 2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten