(20) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het bestuur houdt de minister aan het lijntje.

Alle woningbouwcorporaties, stichtingen èn verenigingen, maken deel van een bestel dat al meer dan 100 jaar bestaat. De minister ziet erop toe dat de corporaties hun volkshuisvestelijke taken naar behoren uitvoeren. Als rechterhand heeft hij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), als linkerhand de toezichthouders bij de verschillende corporaties.
Genoeg aangrijpingspunten dus voor kritische controle en adequaat optreden als een corporatie niet naar behoren functioneert. Maar wat heb je aan een waakhond als-ie alleen maar blaft en nooit eens in de kuiten bijt met de boodschap:’Tot hier en niet verder’, of misschien zelfs ‘even een paar stappen terug’.
De kleine woningbouwvereniging in Noord-Holland, waar de oud-toezicht-
houders nu financieel moeten bloeden, heeft meermalen die waakhond uitgedaagd. Door het interne toezicht te frustreren, door er een administratieve zooi van te maken, door verdachte transacties te sluiten, door uitkomsten van onderzoeksrapporten te frustreren en door gewoon door te besturen terwijl er een fraudeonderzoek liep naar hun handelen. In welke organisatie mogen bestuurders met de hand aan de portemonnee blijven zitten als zij onderwerp zijn van onderzoek naar mogelijke fraude?
Bij deze corporatie kon en mocht het allemaal. De leden wisten nergens van, de minister wel maar die keek liever een andere kant uit. Oja, de waakhond blafte weleens en liet ook wel zijn/haar tanden zien. Maar het bestuur roeide gewoon voort, recht op de waterval af, terwijl de boot zo lek is als een mandje.
Zo blijft de vereniging – waar intern toezicht niet mogelijk is, leden onwetend zijn en een interimkracht nog steeds jaarlijks 80.000 euro te veel verdient -  het speeltje van bestuurders en hun handlangers van de huurdersvereniging. Wat zullen ze in hun handen wrijven, zeker nu voor de tweede keer het kabinet gevallen is en de blaffende waakhond weer in het hok is gekropen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten