Reisjournalistiek

(Column voor Natuurlijkreizen.nl, augustus 2009)

Eigenlijk heb ik een hekel aan stukjes over reizen. Ze drijven bijna altijd op een gekunsteld enthousiasme waarmee de razende reisreporter zijn bevindingen aanprijst.
Niet zelden heeft hij een ontdekking te melden. Dat heet dan een ‘paradijsje op aarde’, een ‘verborgen juweeltje’ of een ‘onontgonnen idylle’. Mij vergaat dan meestal de lust om daarnaar af te reizen. Voor je het weet heb je te hoge verwachtingen en dan vàlt het toch tegen!
Blijkt dat het viersterrenhotel een gepimpte studentenflat is, het strand de omvang heeft van een badlaken en het enige fatsoenlijke restaurant avond na avond is volgeboekt met mensen die hetzelfde stukje hebben gelezen als ik.
Zou het te maken hebben met de kwaliteit van de journalistiek? Toen ik nog in die branche werkzaam was, viel het mij al op dat journalisten bloot staan aan tal van verleidingen. De economieredactie werd overvoerd met uitnodigingen voor aangeklede zakenreisjes. De sportredacteuren vochten om een bedrijfsuitje met de populaire wielerploeg. En de dames/heren van het katern life & style mochten graag de nieuwe BMW uit de 6- of 7-serie voor een weekendje uitproberen.
De redactie van de Volkskrant heeft er gelukkig wat opgevonden. In de kantlijn van de zaterdagbijlage Reizen staat: ‘De Volkskrant bedrijft onafhankelijke reisjournalistiek (.....) Reizen van verslaggevers kunnen (deels) worden bekostigd door derden, maar zonder toezeggingen over het resultaat.’
Die woordjes ‘deels’ en ‘derden’ intrigeren mij meteen. Laat dat ‘deels’ maar weg, denk ik. En die ‘derden’ zijn toch gewoon touroperators, toeristenbureaus en andere handelaren in vakanties en reizen? Ach, wat maakt het uit. Als de reisbranche niet volop adverteerde in de Volkskrant, was die hele bijlage Reizen er nooit geweest. En als Natuurlijk Reizen niet had bestaan, had ik waarschijnlijk nooit over reizen geschreven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten