Zij krijgen bijval van allerlei aannemers en andere
toeleveranciers die door de woningbouwvereniging worden ingeschakeld. Ook zij
kunnen zomaar lid worden. Een
kwestie van dienst en wederdienst, lijkt hier de regel.
Zijn trouwste bondgenoot vindt het bestuur van de
woningbouwvereniging evenwel in het bestuur van de huurdersbelangenvereniging
(HBV). Twee besturen op één kussen, in dit geval gaat dat wonderwel goed.
De HBV telt 300 leden, die samen een kwart vertegenwoordigen
van alle huurders van de woningbouwvereniging. Net als bij de
woningbouw-vereniging zelf weten de leden van de HBV niet of nauwelijks wat hun bestuur in hun naam aan activiteiten ontplooit. Dat een aantal van die activiteiten
nauwelijks het daglicht kan verdragen, daar hebben ze helemaal geen benul van.
Het bestuur van de HBV vindt dat ze in alle beleidszaken van
de woningbouwvereniging een stem dienen te hebben. Zonder mandaat van de 300
leden, die op hun beurt maar een kwart van de huurders vertegen-
woordigen. Waar ontlenen zij deze bijzondere machtspositie aan? Aan een omstreden contract dat zij met de woningbouwvereniging hebben gesloten. Een één-tweetje met een inkoppertje, om in voetbaltermen te spreken.
woordigen. Waar ontlenen zij deze bijzondere machtspositie aan? Aan een omstreden contract dat zij met de woningbouwvereniging hebben gesloten. Een één-tweetje met een inkoppertje, om in voetbaltermen te spreken.
Zo kan het dus gebeuren dat ‘op advies van het bestuur van
de HBV’ belangrijke besluiten zijn geblokkeerd:
• verbetering van het interne toezicht;
• een financiële oplossing voor de oud-RvT;
• een benoeming van een commissie van goede diensten.
Allemaal zinnige en redelijke zaken die iedere respectabele
corporatie in deze omstandigheden zou hebben omarmd. Maar niet deze
woning-
bouwvereniging. Alles wat met toezicht en externe toetsing vandoen heeft, is hier uitgebannen.
bouwvereniging. Alles wat met toezicht en externe toetsing vandoen heeft, is hier uitgebannen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten