(8) Oud-toezichthouders moeten bloeden... en het informele netwerk bloeit!

‘Hé, is dat niet de voorzitter van de woningbouwvereniging?
‘Dat heb je goed gezien.’
‘En wie zijn die andere twee?’
‘Die zitten in de gemeenteraad. De een heeft vroeger deel uit gemaakt van het bestuur van de woningbouwvereniging. De ander heeft een adviesbureau voor bouw- en vastgoedprojecten.’
‘Wat doen die bij de oude school?’
‘Die komt binnenkort leeg te staan. Misschien dat de woningbouwvereniging daar iets mee gaat doen.’
En warempel, als de oud-toezichthouders van de kleine woningbouw-
vereniging in Noord-Holland die nu moeten bloeden, de voorzitter daarover bevragen krijgen ze als antwoord dat hij ‘informeel met de gemeenteraads-
leden heeft gesproken over lopende nieuwbouwplannen en de eventuele aankoop van de school’.
Informeel, dat is waar de oud-raad van toezicht eindelijk vanaf wilde. Zeker toen bleek wie de informele gesprekspartners waren. De een is de huisvriend van de voorzitter, van de ander wordt gezegd dat hij altijd ‘goed voor zich zichzelf zorgt’.
Is het toeval dat deze twee (inmiddels voormalige) gemeenteraadsleden een vooraanstaande rol hebben gespeeld bij de terugkeer van de huidige voorzitter? En op de algemene ledenvergadering het voortouw hebben genomen bij het afbranden van de oud-raad van toezicht? Na afloop van die vergadering zei de een triomfantelijk tegen het bestuur: ‘Heb ik dat niet even mooi voor jullie geregeld?’
Zo worden besluiten samen met het bestuur voorgekookt en hebben de leden het nakijken. Ook nu nog zitten deze heren geregeld met het bestuur in ‘informeel overleg’. Wel zo makkelijk, bij gebrek aan een raad van toezicht. Geen pottenkijkers, geen obstakels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten